Texel

Texel is het grootste Nederlandse Waddeneiland. Het behoort tot de provincie Noord-Holland..

Tot 1170 was Texel verbonden met het vasteland; door de Allerheiligenvloed van 1170 werd het een eiland.

Het landschap op Texel is rijk en divers. Texel heeft behalve polders, brede zandstranden, duinen en graslanden ook heide, bos en kwelders. Rond Den Hoorn in het zuiden bloeien in mei grote bollenvelden. Nationaal Park Duinen van Texel beheert de zuidpunt van Texel, het gebied De Duinen tussen Den Hoorn en De Koog, De Dennen, De Slufter en De Muy.

De harde kern van het eiland wordt gevormd door de Hoge Berg die ligt tussen Oudeschild en Den Burg. Het is een lage stuwwal. Het hoogste punt ligt op 15 meter boven NAP. Ondanks de bescheiden hoogte kan men van hier af het hele eiland overzien.  Rond de percelen liggen zogenaamde tuunwallen. Dat zijn walletjes die uit plaggen zijn opgebouwd. Deze tuunwallen vormen samen met de glooiingen van het gebied een door velen gewaardeerd landschap. Het gebied is dan ook een landschapsreservaat. Op een helling van de Hoge Berg ligt ook de Zandkuil, Nederlands eerste insectenreservaat.

Een bijzonder fenomeen is De Slufter, een gebied binnen de brede duinketen aan de noordwestkant van het eiland, vol kreken en geulen, dat in open verbinding staat met de Noordzee.